Gin is een oneindig veelzijdig genot, en dat geldt ook voor de manier waarop het wordt gemaakt. Voorbij zijn de traditionele granen, en nu richten we onze aandacht op die gemaakt van druiven. Een specialiteit die logischerwijs uit Frankrijk komt, het land van de wijn waar we houden van nieuwe zintuiglijke ervaringen.
Een Franse uitvinding
Deze variatie op traditionele gin is relatief recent, vooral als je de geschiedenis vergelijkt met die van de essentiële gedistilleerde drank. Deze laatste heeft zijn wortels in het 17e-eeuwse Nederland. Oorspronkelijk was het een jenever, maar het werd gin toen het Engeland bereikte, waar het snel populair werd. Het idee om het van druiven te maken, ontstond echter pas in het begin van de jaren 2000. De markt raakte steeds meer verzadigd en distilleerders zochten naar nieuwe productiemethoden en smaken om zich te onderscheiden van de massa.
G’Vine heeft zichzelf gevestigd als een van de pioniers van deze opkomende categorie. Dit Franse merk werd in 2006 gelanceerd door Jean-Sébastien Robicquet, een meester-distilleerder opgeleid in de creatie van Cognac, die gebruik maakte van zijn achtergrond om een product als geen ander aan te bieden. Hij leende van Cognac en zijn wijntraditie het gebruik van druiven als basis voor een gedistilleerde drank en legde vooral de nadruk op Ugni Blanc om hulde te brengen aan lokale gebruiken. G’Vine was zachter en bloemiger dan zijn concurrenten en was een schot in de roos. Het succes inspireerde al snel andere distilleerderijen, vooral in wijnproducerende landen zoals Italië, Spanje en Australië.

Zachtheid en balans
Gin op basis van druiven wordt gezien als verfijnder en heeft het assortiment premium gins uitgebreid en consumenten aangetrokken met een passie voor ambachtelijke en originele sterke dranken. Het is een van de eersten die getuige is van deze evolutie in de sector, waar de nadruk ligt op de kwaliteit van de ingrediënten en de rijkdom van de smaken. De druiven kunnen afkomstig zijn van variëteiten die bestemd zijn voor de wijnbouw. In dit geval voegen ze extra complexiteit toe aan het smaakprofiel, zonder ooit de kenmerkende smaak van de gin te verliezen dankzij de jeneverbessen en andere botanische ingrediënten.
Het ontwerp geeft het een unieke rondheid en aromatische complexiteit, omdat de druiven natuurlijke suikers bevatten die zorgen voor een zijdezamere alcoholbasis. Over het algemeen zijn fruitige en bloemige tonen aanwezig. Peer kan zich vermengen met appel, gedroogd fruit, lindebloesem en wijnrankbloesem, afhankelijk van de druivensoort en distillatietechniek. Ze zorgen voor een prachtige balans met de jeneverbes. De zachte, bijna romige textuur maakt het net zo lekker puur als on the rocks of in cocktails. Het kan bijvoorbeeld een moderne toets geven aan een Negroni of schitteren in nooit eerder vertoonde composities.
Kortom, finesse, delicatesse en een onderscheidend karakter dat zowel liefhebbers van klassieke gin als nieuwsgierigen op zoek naar nieuwe ontdekkingen aanspreekt.